Zeeburger Zilt op het Amsterdamse Zeeburgereiland is een ontwerp van Marc Bukman van het Delftse bureau Steenhuis Bukman Architecten. Eigenlijk zijn het vier verschillende ontwerpen met elk een eigen dynamiek – of typologie, zoals de architect het noemt –, maar wel met een gemeenschappelijke signatuur. Het plan bestaat uit vier gebouwen: een woontoren, twee carrévormige woonblokken en een rij herenhuizen.
De woontoren met zijn onverwacht grote entreehal van zes meter is een alzijdig ontwerp en bestaat uit zes woonlagen. Op de bovenste lagen zijn penthouses gesitueerd, die een magnifiek uitzicht bieden over het IJ. Marc Bukman: “Het is een behoorlijk volume, maar mede dankzij de lichte kleurstellingen wordt elk gevoel van massaliteit weggenomen”. De lichte steen met doorgestreken witte mortel in combinatie met de witte prefab betonplaten van de balkons geven het gebouw zelfs een lichtvoetig accent. De woontoren heeft ook iets sculpturaals door de ten opzichte van elkaar verspringende balkons, die op de bovenste twee woonlagen voorzien zijn van aluminium muurafdeksystemen en balustersystemen. Het dak van deze penthouses is gedetailleerd met aluminium overstekbekleding. Ook de vensters verspringen op verschillende plekken in het gebouw ten opzichte van elkaar
Net als de woontoren zijn de twee carréblokken alzijdig ontworpen. Zonder begin of eind. Deze carrés bestaan uit eengezinswoningen en hebben twee tot vier woonlagen. Ook hier speelt de combinatie van materialen - metselsteen, aluminium en beton – een rol. Opvallend is het gebruik van robuuste aluminium kaders, die als schilderijlijsten – met of zonder inhoud – in de gebouwen zijn geïntegreerd. De grote raampartijen worden afgewisseld met vensters van menselijke maat, al dan niet voorzien van aluminium waterslagen. En met eigenwijze elementen, zoals een doorkijk in de gevel, onregelmatige vensterverdeling en de al eerdergenoemde lege aluminium lijsten. “Het is een gecomponeerde rommeligheid”, zegt Marc Bukman daarover. Met gevoel voor understatement, want juist de intelligente asymmetrie in vlakverdeling maakt de gebouwen zo onderscheidend. Beide woonblokken hebben gemeenschappelijke kenmerken (zoals de aluminium kaders), maar verschillen ook ten opzichte van elkaar. Bukman: “Deze verschillen zie je natuurlijk in eerste instantie in het ontwerp terug, maar ook in materiaalgebruik, de steenkeuzes, kleurnuanceringen en de metselverbanden.”
In tegenstelling tot de woontoren en de carrés is de rij herenhuizen niet alzijdig en heeft een begin en een eind. Aan welke kant dat begin of eind is, is aan de toeschouwer.
De woningen hebben elk een eigen karakter. Marc Bukman: “Elk afzonderlijk pand heeft een unieke gevel en kleurgebruik. Lichte tinten worden afgewisseld met donkere tinten van de bruine en zwarte baksteen. Maar ook hier zie je naast aluminium waterslagen en muurafdeksytemen, de lekker vette aluminium kaders terug. Dat is ook wel een voordeel van het detailleren met aluminium. Je kunt er alle kanten mee op: van rank en slank tot stevig en robuust.”