Het eerste dat opvalt aan het appartementengebouw De Waterbies in Leiderdorp is de welhaast organische vorm van de kopzijde. Natuurlijk is dat slechts de waarneming van de observeerder. Bijzonder is het zeker. Het heeft iets weg van een boeg van een schip met aan de bovenzijde het uitgekraagde kapiteinsdek. Fraai en verrassend. Hoewel het complex in omvang ronduit fors is te noemen, ontbreekt door het levendige ontwerp, de kleurstelling en de materialisatie elke vorm van massaliteit. Dat is te danken aan de signatuur van architect Oscar de Blanken van architectenbureau Van Manen uit Noordwijk.
De plek waar De Waterbies is gebouwd is volgens Oscar de Blanken een ‘gevoelige locatie’: “Hier stond voorheen de Menswordingkerk. Het slopen van bestaande gebouwen heeft altijd impact op een buurt. Zeker als het een kerk betreft. We hebben in eerste instantie nog gekeken naar herontwikkeling, maar dat bleek geen haalbare kaart. Wat dan wel? Woningbouw lag met het woningtekort in Leiderdorp voor de hand.”
Het is in meerdere opzichten een bijzondere locatie. De Waterbies is gebouwd op een soort schiereilandje. Enigszins terugliggend om ruimte voor een groene zoom rondom het gebouw te creëren. De gevels van het pand volgen de lijnen van de waterkanten. Het maakt De Waterbies dynamisch, niet voorspelbaar. De Blanken: “De vorm van de kavel is leidend geweest voor de architectuur. We hebben ons laten inspireren door de contouren van het perceel. Vandaar ook de ronde beëindiging met de ronding aan het water. Het groene kader rondom geeft ook extra kwaliteit aan de locatie. Dat had de voormalige kerk overigens ook. Doordat De Waterbies hierdoor enigszins terugligt, oogt het gebouw wat vriendelijker, minder massaal, terwijl het toch een vierlaags gebouw is.”
Ook het materiaalgebruik en het toegepaste kleurenpalet geven De Waterbies dat vriendelijke, toegankelijke karakter: “Dat is het resultaat van een zoektocht die we hebben doorlopen. De afgeronde hoeken geven het gebouw meer lucht net zoals de dakterrassen van de bovenste twee woningen, die een setback hebben meegekregen. Die ronding hebben we vloeiend laten verlopen. Niet gesegmenteerd. Dan zou het niet meer zo organisch aanvoelen. Dat geldt natuurlijk ook voor de aluminium muurafdekkappen op deze ronding. Deze zijn rondgewalst. Volstrekt maatwerk. De Waterbies ademt hierdoor kwaliteit. Er is ook een hele goede metselaar aan te pas gekomen, die de ronding perfect heeft vormgegeven. Hetzelfde geldt voor het hout. We hebben gekozen voor een niet al te brede plank, zodat de ronding goed te realiseren was.”
Naast de aluminium muurafdekkappen als dakrandafwerking is er nog meer aluminium detaillering in De Waterbies te vinden. Zoals de waterslagen. Ook de zogenaamd spekbanden, ofwel de overgangen tussen het hout en het lichtgekleurde metselwerk, zijn van aluminium. Oscar de Blanken: “Het gaat hier om de onderbreking tussen steen en het hout bovenin de gevel door middel van een aluminium profiel. Je moet daar de steen beschermen, zodat het water er niet overheen loopt.” De toegepaste materialen geven De Waterbies een ‘zachte’ kant. Hierbij heeft De Blanken rekening gehouden met natuurinclusiviteit, te zien bijvoorbeeld op de balkons met in het houtwerk geïntegreerde plantenbakken, aan de groene gevels en zelfs de nestkasten.
De kleurkeuze, het gebruik van (natuurlijke) materialen in combinatie met een duidelijke horizontale belijning in de gevels zorgen voor evenwicht, voor eenheid. Tegelijkertijd is De Waterbies een levendig gebouw met volop dynamiek. Hoe langer je kijkt, hoe meer er gebeurt: “Ja, dat klopt”, zegt De Blanken. “Er gebeurt veel in het gebouw. Tegelijkertijd ontstaat er eenheid door al deze aspecten. Dat mag ook wel. Het is een gebouw dat voorlopig nog wel even zal blijven staan. Misschien wel vijftig, zestig, honderd jaar. In die zin is het ook een duurzaam gebouw. We hebben niet zozeer uit de circulaire gedachte gebouwd, maar meer vanuit de lange technische levensduur. Daarom hebben we ook gekozen voor levensbestendig aluminium detaillering. Ik had ook voor zinken oplossingen kunnen kiezen, maar als je kijkt naar de grondstoffenkaart, dan is er over enkele jaren wellicht geen zink meer. Dat maakt de keuze des te makkelijker om met aluminium te werken.”