Brede school Waterhoef in het Brabantse Oisterwijk mag met recht en reden een opvallend project worden genoemd. Het is een bijzondere symbiose tussen eigentijdse nieuwbouw en historische bebouwing. De Architectenwerkgroep Tilburg (DAT) is er wonderwel in geslaagd om de nieuwbouw en het voormalige oude klooster met elkaar in verbinding te brengen. Hierbij hebben oud en nieuw beide hun eigen, karakteristieke identiteit behouden. De Waterhoef biedt onderdak aan een basisschool, een peuterspeelzaal, een kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang, een sporthal en Stichting Boom.
“Het was een leuk project”, zegt Eefje Rikhof, één van de architecten. “De uitdaging was om het project, dat zo’n 3.000 m2 beslaat, inclusief het kopgebouw van de oude school, vooral niet pompeus te laten zijn. Door de toepassing van schuine daken voor de basisschool, lijkt het alsof het complex uit meer gebouwen bestaat. Hierdoor krijgt de brede school iets lichtvoetigs, zonder de beperkte strengheid te verliezen die bij een school past.” De nieuwbouw voegt zich met de even hoge kap als van het ernaast gelegen klooster als vanzelfsprekend in het straatbeeld.
Het voormalige klooster is doormiddel van een, voor een gedeeltelijk uit een aluminium vliesgevel opgetrokken, verbinding bij de school betrokken. Hierin is de peuterspeelzaal gevestigd. Er is zoveel mogelijk van de uitstraling van het klooster in takt gelaten. Een belangrijke aanpassing omvat de oorspronkelijke, in de gevel aanwezige kleine en hoge ramen. Deze zijn door een chirurgische ingreep naar beneden toe verlengd. Hierdoor kunnen de gebruikers, in tegenstelling tot de nonnen in vroegere tijden, volop naar buiten kijken. Bovendien valt er zo ook extra daglicht naar binnen.
DAT heeft met grote zorg nagedacht over de uitstraling van de brede school. Dat komt onder meer tot uiting in de toepassing van verschillende materialen. De gevel die de gymzaal met plat dak en de school met het puntdak verbindt, bestaat uit ruwgeschaafde houten Cape Cod-panelen die in zes verschillende RAL-kleuren zijn bewerkt en random zijn toegepast. Ondanks de grote oppervlakte ontstaat er een levendige gevel, die op stoere wijze wordt omlijst door aluminium zetwerk, die de vorm van het gebouw nadrukkelijk accentueert. Daarnaast loopt het boeideel vloeiend over in een plafondplaat, een fraai stukje zetwerk. Een aluminium afwerkingsprofiel zorgt bovendien voor een natuurlijke overgang tussen de verticale dakpannen en de boeidelen. Verder is aluminium detaillering terug te vinden in muurafdekkers en een daktrim. “Belangrijk vormgevingsaspect was de verticale werking van het gebouw, die onder meer wordt benadrukt door de houten gevelbekleding. Ook elders komt de verticale werking terug door toepassing van staande ramen. Een oplossing die je niet direct bij een school zou verwachten. Ook de geveldakpannen, die aan leien doen denken accentueren de verticale werking, doordat ze tot op het maaiveld doorlopen."
Ook voor de afwerking van de diep verzonken ramen is aluminium gebruikt. Een gemotiveerde keuze volgens de architect: “Aluminium is goed vormbaar en dat is voor een strakke belijning van de overgang van gevel naar dak belangrijk. Bovendien behoorde het tot de opdracht, die we via Europese aanbesteding hadden verkregen, om een zo onderhoudsvrij mogelijk gebouw te ontwerpen. Aluminium gaat in vergelijking met hout veel langer mee en vergt nauwelijks onderhoud. We adviseren sowieso voor de afwerking van kozijnen altijd wel aluminium.” De kozijnen zijn voorzien van aluminium roosters, waarachter de zonwering en de ventilatie zijn weggewerkt. Per lokaal is er acht strekkende meter rooster toegepast om met natuurlijke ventilatie lucht binnen te halen ten behoeve van een Frisse School Klasse B.
Het gebouw is op verschillende locaties voorzien van een groendak, waarvan het dak van de peuterspeelzaal de verbinding tussen de school en het voormalige klooster een bijzonder karakter heeft. Eefje Rikhof: “Het wordt een dakleertuin, waar kinderen op een speelse en educatieve wijze met de natuur in aanraking kunnen komen. Er komt onder meer een weerstation, een konijn en beplanting. Ook elders houden we rekening met de natuur. In de nieuw aangebrachte goten van het klooster zijn gaten gemaakt voor de gierzwaluw. Het is in meerdere opzichten dus een zeer levendig gebouw.”